Green Asset Ratio: integreert duurzaamheid in kredietverlening

Key takeaways
- In 2024 zullen EU banken officieel hun Green Asset Ratio (GAR) gaan rapporteren
- De GAR weerspiegelt de mate van duurzaamheid in de activa portefeuille van banken op basis van informatie van bedrijven waar krediet aan verstrekt wordt
- Banken sorteren voor op toenemende aandacht voor deze ratio door processen omtrent kredietverlening te harmoniseren met EU Taxonomy criteria
- Duurzaamheid is tegenwoordig een integraal onderdeel van de kredietaanvraag
Introductie
Vanaf 2024 worden banken in de EU verplicht om hun Green Asset Ratio (GAR) te rapporteren. De mate van duurzaamheid van de bankactiviteiten zullen hiermee nog meer onder het vergrootglas komen te liggen. Dit heeft zijn weerslag op de kredietverlening van de banken naar bedrijven. In toenemende mate is niet het kredietprofiel, maar het duurzaamheidsprofiel bepalend voor het aantrekken van toekomstige bankfinanciering.
In dit artikel zullen we kort stil staan bij de achtergrond van de GAR in relatie tot de EU Taxonomy. Daarna zullen we inzoomen op de impact op banken en wat dit betekent voor toekomstige kredietverlening aan bedrijven.
Wat is de GAR?
In het kort is de GAR is een nieuwe maatstaf voor EU-banken waarbij het aandeel van de EU Taxonomy-uitzettingen op de balans wordt afgezet ten opzichte van de totale activa.
EU Taxonomy schrijft voor dat bedrijven per activiteit moeten meten of hun activiteit ecologisch duurzaam is. Dit wordt gemeten met door de EU vastgestelde technische criteria op het ambitieniveau van de Parijs doelstellingen. Alle bedrijven in scope zullen hun omzet, kapitaalinvesteringen en operationele kosten moeten doorlichten en rapporteren of de activiteit onder de taxonomy valt en dus ‘taxonomy eligible’ is, en zo ja, of de activiteit ook nog aan de technische criteria voor duurzaam voldoet, ‘taxonomy aligned’.
Financiële instellingen aggregeren de beschikbare informatie om zo te bepalen welk gedeelte van hun kredietportfolio ‘taxonomy eligible’ is, en welk gedeelte daarvan ook nog ‘taxonomy aligned’ is. Dit bepaalt uiteindelijk de GAR en weerspiegelt de mate van duurzaamheid van de kredietportefeuille.
Door het rapporteren van een standaard en uniforme maatstaf voor ca. 150 banken in de EU zal er nog meer (na)druk komen te liggen op het duurzaamheidsbeleid van een kredietinstelling. De GAR zal een belangrijk onderwerp van gesprek worden tussen management, de aandeelhouders en andere stakeholders.
Impact op Nederlandse banken
De GAR en andere ontwikkelingen op duurzaamheid vormen een integraal onderdeel van de strategie van de Nederlandse grootbanken.
ABN AMRO stelt bijvoorbeeld in haar 2022 jaarverslag: “We aim to increase the asset volume of sustainable client loans (including mortgages and corporate loans) and ESG and impact investments as part of the bank’s outstanding mortgage loan book, corporate loan book and relevant client asset volume from around one-fifth to over one-third in 2024. We are making good progress, with a score of 31% at the year-end”.
Rabobank zegt in haar 2022 jaarverslag hierover het volgende: “Rabobank is moving to a more strict definition for sustainable finance. In doing so, we aim to follow the evolving landscape of external standards. As alignment information becomes available, more technical screening criteria are drafted, and more counterparties become required to report under the Taxonomy, we gain more information and insights to steer our portfolio towards further Taxonomy alignment”.
Impact voor bedrijven
Bovenstaande ontwikkelingen zien bedrijven al direct terug in de relatie met hun banken. Dit resulteert in enerzijds een grotere behoefte aan informatie door de banken en anderzijds in een strenger kredietbeleid waarbij wordt geselecteerd op de duurzaamheid.
Grote(re) informatiebehoefte m.b.t. duurzaamheid
We zien een toenemende vraag naar informatie van banken over duurzaamheid in lijn met de EU Taxonomie.
Bovendien worden klanten nadrukkelijk gestimuleerd in hun inspanningen op het gebied van duurzaamheid en hun weg naar CO2-uitstootreductie. Het gaat daarbij niet alleen om een duurzaamheidsstrategie, maar ook om de voortgangsrapportage over het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen. Mede afhankelijk van omvang, publiceren bedrijven al (geïntegreerde) duurzaamheidsrapporten1 of maken gebruik van externe duurzaamheidsratings van onder meer EcoVadis en Sustainalytics.
In de bredere context van klimaatrisico’s introduceren banken sectorspecifieke vragenlijsten om potentiële klimaatrisico’s te beoordelen, in overeenstemming met de richtlijnen van de ECB.
Strengere selectie aan de poort
In nemende mate leidt duurzaamheid tot striktere selectie door banken. Enkele voorbeelden:
- Banken nemen in toenemende mate afscheid van bedrijven die actief zijn in kolen en fossiele brandstoffen.
- Bij commercieel vastgoed is vanaf 2023 minimaal een energielabel C vereist om voor (her)financiering in aanmerking te komen. Ook al is deze regel opgelegd door de overheid, in de praktijk zien we dat banken routinematig al een energielabel A eisen.
- Daarnaast zien we dat banken in bepaalde sectoren beginnen met een duurzaamheidsscreening voordat ze beginnen met hun kredietbeoordeling. De kredietwaardigheid van het bedrijf komt in deze gevallen op de tweede plaats.
Kortom: duurzaamheid is tegenwoordig een integraal onderdeel van de algehele kredietbeoordeling. Duurzaamheid is niet langer een ‘nice to have’ maar een ‘need to have’.
Heeft u vragen over de duurzaamheid in relatie tot uw financiering? Neem contact op met onze experts op dit gebied: Nicolai Knop en Dennis van Uden.
.
.
- Duurzaamheidsrapportage is al verplicht voor grote beursgenoteerde bedrijven conform de NFRD. Volgend jaar wordt de NFRD vervangen door de CSRD. Vanaf 2025 zal de reikwijdte van bedrijven die onderworpen zijn aan duurzaamheidsrapportage in een aantal stappen drastisch worden vergroot. Vanaf boekjaar 2025 zal CSRD van toepassing zijn op bedrijven die op hun balansdatum aan ten minste twee van de volgende criteria voldoen: (i) groter dan € 20 miljoen balanstotaal, (ii) meer dan € 40 miljoen netto-omzet en (iii) meer dan 250 medewerkers. ↩︎